



Het is heel simpel om meer kleur op je bord te toveren. De ‘vergeten’ groenten zijn weer terug van weggeweest. Zo bijvoorbeeld ook deze paarse spruiten. Maar als jij gewone groene spruitjes hebt, kun je dit gerecht evengoed maken hoor.
Als kind lustte ik ze niet. Spruiten vond ik niet lekker, eigenlijk vies. Maar wist mijn moeder veel hoe ze het beste spruitjes kon klaarmaken zodat wij ze wél lekker vonden? Vroeger werd alles vaak lang gekookt totdat het meer dan gaar was. Terwijl beetgaar juist veel lekkerder is. Alle groenten die je nét niet gaar eet bevatten zoveel meer smáák, bite, kleur en voedingsstoffen.
1. Maak de spruiten schoon. Dat wil zeggen, een klein stukje van het onderkantje afsnijden. Eventuele lelijke buitenste blaadjes gooi je weg. Halveer ze daarna.
2. Zet de andere ingrediënten klaar, want we gaan straks de spruitjes wokken. En wokken is voorbereiden! Snipper de zoete ui in kleine blokjes. Snijd de knoflook en de gemberbolletjes fijn.
3. Verhit op hoog vuur een wok met een lepel olie. Bak hierin, ook op hoog vuur, de spruiten en schep regelmatig om. Voeg ook de ui, knoflook, gember en sesamzaadjes toe. Wok enkele minuten totdat de spruitjes beetgaar zijn. Voeg op het laatst nog wat sesamolie en honing toe. Breng verder op smaak met een snufje zout en peper.
Proef eens hoe lekker deze paarse spruiten zijn! Het zoete en pittige van de gember en de sesam maakt het tot een verrukkelijke combinatie. Eet smakelijk!
Heb je deze smeuïge pastinaakpuree met doperwten ook al eens geprobeerd?